Waterwaarden vijver
Vijverwater heeft bepaalde eigenschappen, die je kunt opmeten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de zuurgraad (pH-waarde) of de waterhardheid (GH-waarde en KH-waarde). Ook de hoeveelheid stikstofverbindingen zoals nitraat, nitriet en ammoniak kun je meten. Al deze waarden vertellen iets over de waterkwaliteit. Zo kun je te weten komen, of je vijverwater geschikt is voor de plantengroei, of veilig is voor de vissen. In dit artikel waterwaarden van de vijver bekijken we daarom, hoe je de waterwaarden kunt meten en hoe je de uitkomsten moet interpreteren.

Waterwaarden van de vijver: indeling
Zoals uit de inleiding al blijkt, zijn er veel verschillende waarden die je kunt meten in het vijverwater. Je kunt deze in drie groepen indelen:
Basiswaarden
Hieronder vallen:
- Algehele waterhardheid (GH-waarde)
- Karbonaathardheid (KH-waarde)
- Zuurgraad (pH-waarde)
De basiswaarden moet je in elke vijver regelmatig meten. Deze waarden zijn namelijk erg veranderlijk. Wanneer er iets niet goed mee is, heeft het vijverwater onderhoud nodig. Dit geldt met name voor de GH- en KH-waarde.
Nitrificatiewaarden
Deze waarden geven aan, hoe het staat met de omzetting van organisch afval door bacteriën in de vijver. Ze vertellen iets, over de voedselrijkheid van het water. De waarden die hieronder vallen zijn:
- Nitraatgehalte (NO3)
- Nitrietgehalte (NO2)
- Ammoniakgehalte (NH3)
- Fosfaatgehalte (PO4)
De nitrificatiewaarden meet je in een gewone tuinvijver maar zelden op. Deze waarden zijn bij een goed biologisch evenwicht namelijk redelijk constant. In een koivijver meet je deze waarden wel vaker.
Overige waterwaarden
Hieronder vallen:
- IJzergehalte (Fe)
- Kopergehalte (Cu)
- Zuurstofgehalte (O)
Ook dit zijn waarden, die je in een gewone tuinvijver zelden of nooit opmeet.
Waterwaarden meten
Er zijn verschillende manieren om de waterwaarden van de vijver te kunnen meten. Het meest simpele systeem wordt gevormd door teststrips, waarmee je de waterhardheid en de pH-waarde kunt meten. Teststrips zijn vrij onnauwkeurig en daarom alleen geschikt voor een zeer globale meting. Een beter systeem is een druppeltest. Met behulp van een testvloeistof die je in een watermonster druppelt, bepaal je heel nauwkeurig de diverse waterwaarden. Geavanceerder is een elektronisch meetsysteem, maar dit is uiteraard ook kostbaarder en bovendien niet voor alle waterwaarden algemeen verkrijgbaar.

Waterwaarden van de vijver: basiswaarden
GH-waarde
De GH-waarde van het vijverwater geeft aan, wat de totale waterhardheid is. Je meet hierbij, hoeveel minerale stoffen er zijn opgelost in het vijverwater. De belangrijkste minerale stoffen zijn calcium, magnesium en kalium. Deze stoffen vormen voedingszouten voor de zuurstofplanten in de vijver. De GH-waarde meet je op in punten, waarbij elk gemeten punt staat voor 17,9 minerale deeltje per miljoen waterdeeltjes. Het aandeel van minerale stoffen in water is dus heel erg laag, maar toch is deze kleine hoeveelheid onmisbaar voor een goede plantengroei.
De GH-waarde van het vijverwater loopt terug door zacht regenwater dat in de vijver valt. Ook de opname van minerale deeltjes door de zuurstofplanten laat de GH-waarde teruglopen. Door regelmatig de GH-waarde op te meten, kun je zien hoe snel dit proces in jouw vijver verloopt. Wanneer de GH-waarde lager wordt dan zeven punten, moet je deze verhogen met een hardheidsverbeteraar. Je krijgt anders problemen met de groei van de zuurstofplanten in de vijver. De GH-waarde kan in theorie ook te hoog zijn, dit is het geval bij een waarde van vijftien of meer. Dit komt echter niet vaak voor.
KH-waarde
De KH-waarde van het vijverwater staat voor de karbonaathardheid. De KH-waarde geeft aan, welk deel van de minerale stoffen aan koolzuur (CO2) gebonden is. Koolzuur in het vijverwater kan zich op moleculair niveau namelijk binden aan minerale stoffen. Hoe hoger de KH-waarde, des te meer van het koolzuur in de vijver aan de mineralen in het vijverwater vastzit. Koolzuur is een belangrijke voedingsbron voor de zuurstofplanten. Een hoge KH-waarde laat zien, dat er voldoende gebonden koolzuur beschikbaar is voor de groei van de zuurstofplanten in de vijver. Een verbinding van koolzuur en een mineraal deeltje wordt ook wel een karbonaat of koolzuurzout genoemd.
Net als bij de GH-waarde het geval is, loopt ook de KH-waarde terug door invallende neerslag en de groei van de zuurstofplanten. Ook de KH-waarde moet je daarom regelmatig opmeten en zo nodig verhogen. De minimale KH-waarde van het vijverwater moet zeven bedragen, maar deze waarde moet je wel in samenhang met de pH-waarde beoordelen (zie hierna) Een te lage KH-waarde zal de groei van de zuurstofplanten belemmeren.
pH-waarde
De pH-waarde geeft de zuurgraad van de vijver aan. Deze waarde laat simpel gezegd zien, hoeveel zuren er in het vijver zijn opgelost. Je moet hierbij in de gaten houden, dat de pH-waarde daalt naarmate het water zuurder is.
De belangrijkste stof die de zuurgraad van een vijver bepaalt, is het vrije koolzuur (CO2) dat in het vijverwater is opgelost. Dit vrije koolzuur wordt gemaakt door de bacteriën in de vijver en het biologisch vijverfilter. Vrij koolzuur is dus koolzuur, dat niet gebonden is aan een mineraal deeltje.
Hoe meer vrij koolzuur er in het vijverwater aanwezig is, des te lager de pH-waarde zal zijn. Normaal gesproken ligt de pH-waarde van vijverwater tussen de 6,5 en 8,5.
Samenhang pH-waarde en KH-waarde
Je meet de pH-waarde van het vijverwater, om te kunnen beoordelen of de bacteriekolonie in de vijver voldoende koolzuur produceert. Zoals gezegd, is koolzuur belangrijk voor de groei van zuurstofplanten. De zuurstofplanten kunnen hierbij gebruik maken van het vrije koolzuur in het vijverwater én van het gebonden koolzuur (gemeten met de KH-waarde). In de onderstaande tabel kun je zien, welke combinatie van pH-waarde en KH-waarde goed is voor de groei van zuurstofplanten (groene cellen):

Het heeft geen zin de pH-waarde van de vijver met een onderhoudsmiddel te verlagen. Deze middelen werken op basis van citroenzuur of azijnsteenzuur. Hiermee verlaag je wel de pH-waarde, maar er komt geen extra koolzuur door in de vijver. Voor de plantengroei doen deze middelen dus niets.
De pH-waarde van een vijver heeft in de praktijk eerder de neiging te hoog dan te laag te zijn (meer dan 8). Om de pH-waarde te verlagen, kun je het bacterieleven in de vijver stimuleren. Meer bacteriën maken meer koolzuur aan en verlagen daarmee de pH-waarde. Goede manieren om meer bacteriegroei in je vijver te krijgen zijn het aanbrengen van bodemsubstraat, het plaatsen van een biologisch filter en het enten van de vijver met een bacteriestarter.
Waterwaarden van de vijver: nitrificatiewaarden
Bacteriën in de vijver en het vijverfilter breken organisch afval in de vijver af. Hierbij produceren ze zoals gezegd koolzuur (CO2), maar ook verschillende soorten stikstofverbindingen en fosfaat. In lage concentraties zijn dit nuttige stoffen voor de groei van de zuurstofplanten, maar wanneer de hoeveelheden ervan toenemen, neemt de plantengroei juist af. Zuurstofplanten hebben namelijk een zeer lage stikstof- en fosfaattolerantie. De concentratie van deze stoffen is dus al snel te hoog voor de groei van zuurstofplanten.
Algen groeien juist goed in stikstof- en fosfaatrijk water. Voedselarm houden van het vijverwater is daarom van groot belang bij het tegengaan van algengroei. Dit doe je, door niet te veel vissen in de vijver te zetten en inwaaiende bladeren en dode plantdelen zoveel als mogelijk te verwijderen uit de vijver.
Bacteriën maken bij het afbreken van organisch afval een hele reeks stoffen aan, die je met een specifieke testen kunt meten in het vijverwater. De belangrijkste van deze zogenaamde nitrificatiewaarden zijn:
Nitriet (NO2)
De waarde hiervan mag niet boven de 0,2 mg per liter water uitkomen.
Nitraat (NO3)
De hoeveelheid nitraat mag niet boven de 2,0 mg per liter water uitkomen.
Ammoniak (NH3 en NH4)
De waarde moet minder dan 0,2 mg per liter water bedragen.
Fosfaat (PO4)
Maximale waarde is 1,0 mg per liter water. Een hogere waarde veroorzaakt snelle alggroei.
Zolang er in een plantenvijver geen problemen zoals overmatige alggroei zijn, is het opmeten van de bovengenoemde waarden niet per se nodig. In een koivijver ligt dit anders. Door de grote hoeveelheid vis in verhouding tot het watervolume in zo’n vijver, moet je daar zicht houden op de hoeveelheid nitraten en fosfaten.
Overige waterwaarden
Er zijn uitgebreide testkits in de handel waarmee je nog meer waterwaarden kunt meten dan hierboven zijn genoemd. Voor een gewone tuinvijver volstaat het om de basiswaarden (GH-, KH- en pH-waarde) in de gaten te houden. In specifieke gevallen of in een koivijver of aquarium kun je ook de onderstaande waarden opmeten:
IJzer (Fe)
Waterplanten en waterdieren hebben een kleine hoeveelheid ijzer nodig. Een te hoog ijzergehalte in het vijverwater leidt echter weer tot groei van algen. Een goed gehalte ligt tussen de 0,6 en 1 mg per liter vijverwater.
Koper (Cu)
Koper hoort tot de zware metalen en zou dus eigenlijk helemaal niet in vijverwater mogen voorkomen. Sommige bestrijdingsmiddelen tegen algen hebben als werkzaam bestanddeel echter kopersulfaat. Hiermee breng je dus een klein beetje koper aan in het vijverwater. Deze hoeveelheid moet onder de 3 mg per liter vijverwater blijven. Een hoger gehalte is op de wat langere termijn schadelijk voor met name de vissen.
Zuurstof (O)
Ook het zuurstofgehalte van vijverwater kun je meten. Omdat dit gehalte in de loop van de dag onder invloed van zonneschijn en plantengroei fors kan schommelen, is het over het algemeen niet zo’n zinnige meting. Bij een watertemperatuur van twintig graden mag het zuurstofgehalte niet minder dan 6 mg per liter bedragen.
Zuurstoftekort in de vijver kun je tegengaan door het plaatsen van een beluchtingspomp, te zorgen voor watercirculatie, voldoende zuurstofplanten en niet te veel vissen.
Waterwaarden vijver: verder lezen
Lees naast dit artikel over waterwaarden van de vijver ook de artikelen over onderhoud van de vijver:
- Onderhoud vijverwater
- Onderhoud vijverplanten
- Onderhoudskalender
- Biologisch onderhoud vijver
- Onderhoud zwemvijver