Onderhoud van vijverplanten

Onderhoud van vijverplanten

Net als planten in de tuin, hebben ook vijverplanten onderhoud nodig. Dit zorgt er voor, dat de planten goed blijven groeien. In dit artikel bekijken we, hoe het onderhoud van vijverplanten eruitziet. We delen hierbij de vijverplanten op in vier categorieën (zuurstofplanten, lelie-achtigen, moerasplanten en drijfplanten). Per categorie bespreken we:

  • Aanplanten van nieuwe planten;
  • Snoeien;
  • Vermeerderen;
  • Groei controleren.

Met het juiste onderhoud van vijverplanten blijft je vijver niet alleen mooi, maar ondersteun je ook het biologisch evenwicht in de vijver.

Onderhoud van vijverplanten
Onderhoud van vijverplanten: elke groep vraagt om specifiek onderhoud.

Onderhoud van vijverplanten: zuurstofplanten

Zuurstofplanten zijn de belangrijkste soort vijverplanten. Deze planten zorgen er namelijk voor, dat het vijverwater helder blijft. Met het juiste onderhoud zorg je ervoor, dat er voortdurend voldoende zuurstofplanten in je vijver groeien.

Aanplanten zuurstofplanten

Nieuwe zuurstofplanten kun je het best in een plantmand van 20 x 20 centimeter plaatsen. Gebruik van plantmanden heeft namelijk als voordeel, dat je elke vijverplant de juiste grondsoort kunt geven. De geperforeerde zijkanten van een plantmand zorgen er bovendien voor, dat er voldoende zuurstofrijk water bij de wortels kan komen.

Zuurstofplanten plant je altijd als stek. Hierbij bind je vier of vijf jonge scheuten bij elkaar met een ijzerdraadje. Het bosje dat je op deze wijze krijgt, plant je in zijn geheel. In een plantmand van 20 x 20 centimeter plaats je vier of vijf van zulke bosjes. De bosjes zijn ook kant en klaar te koop bij vijver- en tuincentra.

Zuurstofplanten plaats je in een heel schrale grond. De plant haalt alle voedingsstoffen met zijn bladeren rechtstreeks uit het vijverwater. Daarom hoeft de grond geen voedingsstoffen te bevatten. Je kunt voor het aanplanten van zuurstofplanten speciaal substraat gebruiken, maar een mengsel van drie delen metselzand en één deel vijveraarde voldoet ook prima. Gebruik nooit gewone tuinaarde of potgrond, omdat dit het vijverwater voedselrijk maakt en daardoor zorgt voor groei van algen.

Bosje zuurstofplanten
Bosje zuurstofplanten, Gedoornd hoornblad (Demersum).

Snoeien van zuurstofplanten

Zuurstofplanten proberen in recordtempo naar de vijveroppervlakte te groeien. Wanneer dit gelukt is, zal de plant boven water kleine bloempjes vormen. Het groeitempo van de plant komt dan echter een stuk lager te liggen. Zuurstofplanten moeten, om de vijver helder te houden, echter zo veel mogelijk voedingsstoffen uit het water blijven opnemen. Dit doen ze alleen, als ze in flink tempo kunnen groeien. Je kunt dus beter voorkomen dat de plant de vijveroppervlakte bereikt. Het groeitempo van de plant blijft dan hoog en de plant blijft de maximale hoeveelheid voedingsstoffen uit het vijverwater opnemen.

Je doet dit, door de zuurstofplanten regelmatig op zo’n vijftien centimeter onder de waterspiegel te snoeien. Dit stimuleert de plant om nieuwe scheuten aan te maken en flink te blijven groeien.  Het vijverwater blijft hierdoor helder.

Vermeerderen zuurstofplanten

Zuurstofplanten kun je heel makkelijk vermeerderen. Elke nieuwe scheut van de plant kun je namelijk stekken. Vorm bosjes van vier of vijf nieuwe scheuten en plant deze aan, zoals hierboven is beschreven. Op deze manier kun je tijdens het groeiseizoen snel je vijver van veel zuurstofplanten voorzien.

Groei zuurstofplanten controleren

Een goede groei van zuurstofplanten is belangrijk voor het biologisch evenwicht in de vijver en daarmee voor helder water. Controleer daarom regelmatig, of de zuurstofplanten nog goed groeien. De planten mogen niet verslijmen en moeten voortdurend frisgroene nieuwe scheuten vormen. Wanneer de groei van zuurstofplanten niet goed genoeg is, kun je de waterhardheid van het vijverwater verhogen. Een te lage waterhardheid is vaak de oorzaak van de teruglopende groei. Zorg ook dat er meerdere soorten zuurstofplanten in je vijver staan. Zo kom je er achter, welke plant het in jouw vijver het best doet.

Ben ook alert op de groei van draadalgen tussen de zuurstofplanten. Probeer deze zo veel mogelijk te verwijderen. Wanneer er te veel algen groeien, kan dit namelijk ten koste gaan van de groei van de planten. Als met de hand verwijderen niet meer lukt of als de draadalg terug blijft komen, kun je de vijver behandelen met een draadalgenbestrijder.

Onderhoud van vijverplanten: moerasplanten

Moerasplanten zijn over het algemeen makkelijke groeiers. Door de planten op de juiste manier aan te planten en op de juiste momenten te snoeien, krijg je het beste resultaat.

Aanplanten moerasplanten

Zet moerasplanten bij voorkeur ook in plantmanden. Zo voorkom je, dat de plant gaat woekeren. Ook heeft het als voordeel, dat je de planten in de juiste grondsoort kunt zetten. De meeste moerasplanten groeien goed in een niet te rijke grond, bijvoorbeeld een mengsel van drie delen vijveraarde en één deel metselzand. Omdat moerasplanten flink wat wortels vormen, moet je de plantmand niet te klein kiezen.

Snoeien van moerasplanten

Bij veel moerasplanten sterft het deel van de plant dat boven water groeit in het najaar volledig af. Deze planten hoef je niet te snoeien, het volstaat om in de herfst of het vroege voorjaar de dode plantdelen weg te halen. Moerasplanten die niet afsterven in het najaar, kun je op elk moment snoeien tot de gewenste hoogte.

Vermeerderen van moerasplanten

Moerasplanten kun je vermeerderen, door van een volwassen plant een deel van de wortel met daaraan enkele plantdelen te scheuren. Het afgescheurde deel kun je vervolgens in een aparte plantmand oppoten. Scheuren van moerasplanten kun je het best in het voorjaar doen. Het gescheurde deel heeft dan nog een heel groeiseizoen de tijd, om uit te groeien tot een volwaardige, winterharde plant.

Groei moerasplanten controleren

Moerasplanten geven zelden problemen bij hun groei. Het zijn planten, die onder bijna alle omstandigheden makkelijk groeien. Een uitzondering hierop vormt Gele lis (Iris pseudacorus), die gebruikt wordt in een plantenfilter. Deze planten worden dan namelijk vaak in een bodem van lavasubstraat gezet, wat eigenlijk een te schrale voedingsbodem is voor deze plant. De lissen krijgen hierdoor geel blad en groeien niet goed. Een oplossing is om de bodem waarin de planten staan, te verrijken met vijveraarde en te zorgen voor een goede waterhardheid.

Onderhoud van vijverplanten: waterlelies

Waterlelies geven niet vaak problemen bij de groei en ook het onderhoud ervan is relatief beperkt. We bekijken hier, hoe je de plant zo goed mogelijk laat groeien.

Aanplanten waterlelie

Een waterlelie vormt een groot, plat wortelstelsel. Hiervoor heeft de plant ruimte nodig. Zet een waterlelie daarom altijd in een grote plantmand, van bijvoorbeeld 60 x 40 cm. Zo kan de plant een voldoende groot wortelstelsel maken. Slechte groei van een waterlelie wordt meestal veroorzaakt door een te kleine behuizing van de plant. In de praktijk worden vaak lage groentekratten gebruikt om waterlelies in te zetten. Dit werkt erg goed.

Waterlelies groeien het best in een klei-achtige bodem. Er is speciale lelie-aarde op de markt. Toch groeien de meeste lelies ook prima in gewone vijveraarde. Zorg er bij het aanplanten voor, dat de actieve wortelneus (waaruit de bladeren en bloemen groeien) net boven de grond uitsteekt. Eventueel kun je de aarde waarin de plant staat, afdekken met metselzand of fijn grind. Dit voorkomt dat de aarde zich teveel met het vijverwater mengt.

Een jonge waterleliestek kun je aanvankelijk het best niet al te diep in de vijver plaatsen. Wanneer de plant eenmaal drijfbladeren begint te vormen, kun je de plantmand wel wat dieper zetten. Een volwassen waterlelie staat doorgaans op 80 centimeter diepte in de vijver.

Snoeien van waterlelies

Het snoeien van een waterlelie blijft beperkt tot het weghalen van afgestorven bladeren en bloemen. In het najaar sterven alle drijfbladeren af. Deze kun je het best verwijderen. Zo zorg je, dat er niet te veel organisch afval in de vijver komt.

Na verloop van jaren kan een waterlelie een kroon gaan vormen. De bladeren drijven dan niet meer op de wateroppervlakte, maar gaan de hoogte in groeien. Dit is een teken dat de wortel van de waterlelie gesplitst moet worden. Hiervoor moet de plantmand uit de vijver. Je snijdt vervolgens een flink deel van de wortel weg en plant een worteldeel met een actieve neus terug. Dit onderdeel van het onderhoud aan waterlelies kun je het best in het vroege voorjaar uitvoeren.

Vermeerderen van waterlelies

Wanneer een waterlelie voldoende groot is geworden, kun je de plant vermeerderen door een stek van de wortel te snijden. Hierbij kies je een deel uit met een actieve neus, waaruit bladeren groeien. Snijd de stek met een scherp mes van het wortelstelsel af en duw het snijvlak in de as, bijvoorbeeld van een barbecue, en laat het een halfuurtje indrogen. Hierna kan de stek geplant worden, zoals hierboven beschreven onder ‘Aanplanten waterlelie’.

Groei waterlelies controleren

Een jonge waterleliestek vormt in de eerste jaren meestal nog maar weinig bladeren en bloemen. De meeste energie gaat zitten in de groei van het wortelstelsel. Een jonge plant kun je eventueel wat minder diep in de vijver zetten, zodat de plant zoveel mogelijk zonlicht en warmte opvangt en snel groeit.

Een waterlelie kan last hebben van vraat door slakken of insectenlarven. Hierbij ontstaan er gaatjes in de bladeren, waardoor het blad afsterft. Hiertegen is weinig te doen, buiten het zo veel mogelijk wegvangen van de slakken of larven. Verwijder aangetaste bladeren zo snel mogelijk. Soms zit onder het blad een geleiachtige klompje slakkeneieren. Door deze met blad en al weg te halen, verminder je het probleem.

Slakkeneieren waterlelie
Slakkeneieren op een waterplant. Vooral waterlelies zijn gevoelig voor slakkenvraat.

Onderhoud drijfplanten

Drijfplanten vormen de makkelijkste categorie vijverplanten voor wat betreft het onderhoud. Omdat deze planten los op de vijver drijven, is van echt aanplanten geen sprake. Het snoeien beperkt zich tot het weghalen van wat plantjes, als deze een te groot deel van de vijver in beslag gaan nemen. Drijfplanten vermeerderen zichzelf, je kunt simpelweg wat planten van de oppervlakte halen en deze ergens anders wegleggen of aan een andere vijverbezitter geven. In het najaar sterven drijfplanten af. De winterharde soorten vormen hierbij groeiknoppen, die naar de vijverbodem zinken. Hieruit groeien het volgend voorjaar weer nieuwe drijfplanten. De niet-winterharde soorten zijn eenjarig; je zult het volgend jaar dus nieuwe planten moeten kopen.

Verder lezen

Lees naast dit artikel over het onderhoud van vijverplanten ook de andere artikelen over onderhoud van je vijver: